Blog
Gisteravond zag ik het plots verschijnen voor mijn ogen, ik had wat zitten mijmeren over de staat waarin de wereld zich nu bevindt. Ik dacht diep na over de tegenpolen die veel energie kwijt zijn in het elkaar beschuldigen en verwijten maken en ik probeerde op dieper niveau te begrijpen wat er nu echt gaande is.
En plots zag ik iedereen. De mensen dichtbij zoals mijn familie en vrienden, maar ook een heleboel mensen veraf, de mensen uit de regeringen, de machthebbers zoals Bill Gates en anderen. Ze waren er allemaal.
Het was de plaats waar we samen kwamen als zielen voor dat we zouden beginnen aan dit buitengewoon bijzondere leven.
Iedere ziel die wilde meedoen nam een specifieke taak op zich. En ze kozen ook de mensen met wie ze dat wilden doen, hun ouders, hun vrienden, hun familieleden die hen zouden helpen. Er waren heel veel gegadigden om in deze periode naar de aarde te gaan. Want iedereen daar wist wat er stond te gebeuren: de grote nog nooit geziene transformatie van een planeet samen met haar bewoners. Er waren veel meer zielen- die stonden te springen om mee te doen- dan er lichamen beschikbaar waren. Het was dus dringen.
Lang niet iedere ziel had al ervaring op aarde. Voor velen was het een nieuw avontuur. Zij hadden al hun levens doorgebracht op andere planeten, en meestal in veel minder dichte densiteit. ( dichtheid en zwaarte) Er was speciaal een oproep gedaan om zielen die niet van de aarde waren uit te nodigen deel te nemen aan deze transformatie, ook omdat die zo ontzettend belangrijk is, voor de aarde maar ook voor alle andere planeten in dit universum.
Hun aanwezigheid was gewenst omdat het ‘zijn’ en handelen vanuit een hogere energie voor hen heel vertrouwd is. Zij hebben sneller toegang tot hun hogere trilling en dat was nodig om de oorspronkelijke aardbewoners te helpen daar ook bij te kunnen komen. Want zonder die hogere trilling kunnen ze niet mee transformeren met de planeet. En hoe meer zielen mee trillen met de hoger wordende trilling van de aarde, hoe sneller de overgang zou gaan lukken.
Ik was een van hen en jij die dit leest waarschijnlijk ook. Samen met onze gidsen, engelen en lichtteams ( iedere ziel heeft een lichtteam wat voor en met hem samenwerkt) werden de plannen voor deze zielen voor dit komende leven gemaakt. Er waren heel veel zielen, maar vooral degenen die geen of nauwelijks aardse ervaringen hadden, die graag wilden incarneren als ‘lichtbrenger’, als helper. Zij kwamen veelal van plaatsen waar het dienen van anderen, de standaard drijfveer was. Dus ook nu wilden zij vanuit die motivatie naar de aarde om de zielen die nog niet in het licht leven, te inspireren en te helpen.
In een lange rij stonden we te wachten tot we te horen kregen dat het nu onze tijd was om de sprong te wagen en op aarde te incarneren. Wat we niet beseften is dat we om de energie van de aarde en van de mensheid te begrijpen, moesten incarneren bij ouders en op plaatsen waar het niet gemakkelijk was.
We moesten leren hoe de mensheid al die eeuwen had geleefd en overleefd. Dus de meesten van ons kwamen terecht in gezinnen met vaak grote problemen: getraumatiseerde ouders, gezinnen waarvan de vader afwezig was , of ouders met een criminele achtergrond, ouders met verslavingsproblemen of met psychische problemen. Ouders die niet voor de kinderen konden zorgen waardoor ze in pleeggezinnen of kindertehuizen werden geplaatst, kortom bijna ieder van ons kwam terecht op een plaats waar dingen gebeurden die ze zich in hun ergste nachtmerries niet hadden kunnen voorstellen.
Ik was bij de eerste groep vrijwilligers die mocht vertrekken. Het was kort na de ergste oorlog uit de geschiedenis en er was zoveel leed gedaan aan de mensen dat er diepe nood was een ‘verlichting’. Maar wij kwamen allemaal in gezinnen die vaak zoveel trauma’s hadden dat we zelden in liefde werden ontvangen. Voor veel van mijn mede-vrijwilligers was het leven op aarde heel zwaar, soms te zwaar. Het leven in de zware veelal negatieve energie vergde zoveel dat velen van hen het niet volhielden. Ze plegen zelfmoord of raakten aan de drugs en verdoofden zichzelf volledig. Ze maakten vreselijke hen onbekende dingen mee, zoals mishandeling en seksueel misbruik. Voor velen van hen was het leven hier ondraaglijk.
Degenen die het wel volhielden, zoals ik, hadden altijd een diep gevoel van heimwee en verlangen naar huis. Soms voelde ik ook de neiging om mijn lot zelf in handen te nemen en terug te keren naar mijn veilige thuishaven ergens in de sterren. Ook al waren we ons ‘bewuste’ weten van de plek waar we vandaan kwamen en wie we werkelijk waren kwijtgeraakt door de sluier van vergetelheid, ergens diep vanbinnen wist ik nog wel dat er een plek was die ik als ‘thuis’ ervoer. En vaak als ik naar de sterren keek als jong meisje voelde ik een diep verlangen. Ik wist ook heel zeker dat de mensen die zich mijn ouders noemden dat niet waren. Mijn echte ouders zouden me op een dag komen halen, daar was ik zeker van en dat hield me op de been.
Maar ik herinner me ook de andere keuzes die gemaakt werden. En als ik kijk naar de plek voor we het diepe insprongen, dan weet ik het weer, er waren ook een heleboel zielen, meestal hoogontwikkelde integere zielen die diep met het lot van de mensheid begaan waren, die ervoor kozen om de polariteit te dienen. Een ander vorm van ‘het dienen van anderen’ weliswaar heeft het uiterlijk de vorm van egoïsme of het dienen van jezelf, maar dat is heel vaak slechts schijn.
Ik herinner me nog goed, het moment toen we afscheid van elkaar namen vlak voor de sprong. Iedereen die ik omhelsde en waarvan ik wist dat ik die weer op een afgesproken moment zou ontmoeten in dit leven. Sommigen in liefdevolle ondersteunende rollen, en anderen in rollen waarin ze me zouden helpen om mijn opdracht uit te voeren, door het moeilijk te maken. Elk van hen zei bij het afscheid, vergeet niet dat ik je van je houd en je vriend ben… Want ik zal daar dingen doen die je niet fijn vindt, omdat je niet meer weet dat we het hier en nu hebben afgesproken. Maar wat er ook gebeurt, ik ben je vriend en ik houd zielsveel van je. Ik doe die dingen om je te helpen, om wakker te worden zodat je je herinnert wie je bent en je aan je opdracht kunt beginnen.
En met deze warme woorden sprongen we een voor een. Sommige van deze zielen ontmoette ik als kind, dat waren vriendinnetjes, buurmeisjes, klasgenootjes. Sommigen warm en lief, anderen hatelijk en afwijzend. Anderen waren mijn onderwijzers, enkelen heel warm en ondersteunend: maar ook enkelen hard en koud en afkeurend. Van een was ik zelfs bang. Ik was vergeten dat hij me ook had gezegd dat hij van me hield, maar dit zou doen om me te helpen mijn opdracht uit te voeren. Ik had toen ik hem ontmoette nog geen idee wat mijn opdracht was.
Later ontmoette ik mijn eerste partner die me niet gaf waarvan ik toen dacht dat ik het nodig had. Nee hij gaf me totaal niet wat ik wilde. En ik scheidde van hem, een ander lief volgde ook hij leek volledig bezig alleen zichzelf te dienen. Maar bij deze partner begon het eerste ontwaken, langzamerhand via kronkelige wegen, vele afwijzingen, pijn en verdriet, ontdekte ik mijn innerlijke kracht, mijn ware zelf.
Ook in mijn verschillende opleidingen en banen, leerde ik van degenen die me dwars zaten, die me een stok in de wielen staken, me afwezen. Ze gaven me eigenlijk grote cadeaus, alleen zag ik dat pas in nadat ik na een moeilijke relatie alleen leefde, en ook toen werd dwarsgezeten door mijn ex. Hij maakte me het leven haast onmogelijk. Maar door hem vond ik de weg naar binnen, en ontdekte ik weer wie ik werkelijk was. Ik had al lang een vermoeden, maar toen wist ik het zeker.
Pas toen kon ik zien dat zij allemaal vrienden waren, mensen die als ziel zielsveel van me hielden, en hier deden wat ze hadden beloofd te doen, om mijn te helpen mezelf terug te vinden. Zij verdienen een pluim, ze deden hun werk heel erg goed, ik ben ze nu dankbaar. Door hen ben ik geworden wie ik nu ben. Ieder van hen droeg een steentje bij.
En met die wetenschap kijk ik nu naar de wereld, ik zie al die zielen die nog steeds worstelen en boos zijn op degenen die hen stokken in de wielen steken. Soms zijn dat vrienden, of familie, of wat verder weg, de overheid, de farmaceutische industrie. Ik zou iedereen die nog steeds strijdt en dualiteit ervaart in wat er nu , willen vragen om eens goed naar al hun tegenpolen te kijken.
Herken je ze niet? Zijn zij niet degenen die afscheid van jouw namen en zeiden: vergeet niet, ik ben je vriend, ik houd zielsveel van je, ik ga het je om die reden heel moeilijk maken zodat jij je zult herinneren wie je werkelijk bent, en wat je hier echt komt doen.
En laten we wel zijn lieve zielen, ze hebben een zware taak, want hoe lang blijf je nog in weerstand reageren in plaats van naar binnen te keren en daar te zien wat ze al die tijd proberen duidelijk te maken. Ze doen het opzichtig en soms zo krom, omdat ze alleen maar willen dat je het gaat zien, dat je gaat begrijpen wat ze doen. Dat ze hier zijn om jouw ontwaken sneller te helpen plaatsvinden.
Zie ze voor wat ze werkelijk zijn, een deel van jou, een deel van ons, onze zielenvrienden, die deze rol kozen om ons te helpen.
Wees ze dankbaar, en voel dan hoe alle angst alle zorg uit je wegglijdt. Vanaf het moment dat je echt ten diepste beseft wie je bent, en wat je hier komt doen, is angst niet langer een medereiziger. Dan voel je vertrouwen, wat er ook gebeurt, wat er ook allemaal wordt opgeroepen. Je weet dat wie en wat jij bent onsterfelijk is, en ook onkwetsbaar. Ondanks alle enge verhalen die nu de ronde doen..
Ik ben vrij van angst en ik geniet met volle teugen van het leven, sinds ik weet wie ik ben…. Met heel veel dank aan al mijn vrienden, die mijn plaaggeesten wilden zijn.
In liefde
30 december 2020
Vanmorgen zei mijn liefste, gelukkig ik heb mijn Tanni weer terug! Niet dat ik lijfelijk ben weggeweest, ik was heel de tijd in zijn nabijheid, toch ben ik zeker een aantal weken mijn innerlijke zelf behoorlijk kwijt geweest.
Afgelopen nacht voelde ik hoe ik werd aangeraakt en geroepen. En plots besefte ik dat het mijn gids was, die me wakker maakte. Hij maakte me vanbinnen wakker. En ik werd ook daadwerkelijk wakker, Je bent afgedwaald van je pad, zei hij, en ik wist meteen wat hij bedoelde. Ik heb al wekenlang niet geluisterd naar mijn lichaam, want ik voel me al wekenlang ongemakkelijk. Ik word wakker met onrust en ik ga slapen met onrust. Onrust in de vorm van grote twijfels aan mezelf, aan mijn missie, mijn pad, aan alles wat er is gebeurd de afgelopen jaren. Door deze onrust zijn mijn talks minder goed dan ze waren, blijft mijn boek liggen en ben ik me voortdurend aan het afvragen of……..
Dat dit gebeurde is natuurlijk mijn meesterproef. Ik zeg het vaak in mijn talks, iedereen krijgt zijn meesterproef in deze eindtijd. En ik zeg dan ook dat ieders meesterproef zal plaatsvinden in het gebied van hem of haarzelf wat vastzit aan zijn of haar Karmische patroon. Dat het mij op dit gebied zou overkomen had ik niet door. Dank je wel universum, creator, het is geniaal ;).
Ik zal even wat inleiding geven op wat ik nu precies bedoel. Ik ben opgegroeid in een klein dorp in Zeeland, eigenlijk in de Zeeuwse bible-belt. Ons dorp was gemengd, deels katholiek, deels hervormd, deels gereformeerd, en daarin dan ook nog varianten. Dus de kerken en haar regels geboden en vooral verboden waren alomtegenwoordig. Mijn ouders waren ook behoorlijk gelovig, en vooral onze moeder was iemand die ons met vooral bestraffende bijbel spreuken bestookte. Als wij als kinderen ruzie maakten, (wat heel normaal is voor kinderen, hoe kun je anders je grenzen leren kennen en die van de ander,) riep onze moeder: wie zijn broeder haat is een moordenaar! Wat weten kinderen van haat? We begrepen niet eens wat ze bedoelde, maar de spreuken lieten een intense afdruk na in mijn zijn.
Ik was een heel ernstig en plichtsgetrouw kind, ik vertelde al eerder in een talk dat ik alles las wat ik in handen kon krijgen, ook veel christelijke literatuur. Ik werd als het ware doordrenkt met de leerstellingen van de christelijke religie: zoals: je bent altijd een zondaar, je kunt alleen door heel hard je best te doen in de hemel komen, de hemel moet je verdienen, er zijn maar heel weinig mensen uitverkoren, er kan makkelijker een kameel door het oog van een naald dan dat een mens in de hemel komt. Je moet heel veel naar de kerk, en goede werken doen en bidden om je ziel te reinigen. En dat kan uiteraard alleen via de kerk. Je bent al zondig als je naar de verkeerde school gaat (als katholiek naar een protestantse school bv) of als je koopt bij iemand die van het ‘verkeerde’ geloof is. Of nog zo’n sterk staaltje: ‘twee geloven op een kussen daar slaapt de duivel tussen!’ Dus een vriendschap of relatie met een ‘andersdenkende’ zo werden de mensen van de andere kerken ook wel genoemd, was uit den boze.
Ik was een ernstig en serieus kind en ik probeerde ontzettend hard om ‘goed’ te zijn, want ik wilde zo graag terug naar huis. Ergens diep vanbinnen wist ik dat er een thuis was waar alles goed en liefdevol was. Maar dat het zo moeilijk zou zijn om er terug in te komen, zoals men vertelde, dat baarde mij ernstig zorgen als kind. Dus ik was elke dag bezig met mijzelf, ik onderzocht iedere dag mijn geest, mijn ziel. Op zonden en fouten. Natuurlijk maak je fouten, hoe kun je anders iets leren? Maar ik voelde me zo vaak schuldig, want fouten gebeuren ook als je even vergeet op te letten, dus als je bv speelt. Dan vergat ik de tijd, wat een grote zonde was, en zeker straf betekende van onze moeder, die onze vader de straf liet uitvoeren. Dus van een spontaan onschuldig kind was geen sprake. Ik was altijd bezig met zelfverbetering en zelf onderzoek. Ik las de dramatische verhalen van de heiligen die omdat ze hun leven gaven voor god, door zich te laten opeten door leeuwen of onthoofden, in de hemel kwamen, verhalen die uitgebreid in de katholieke illustraties stonden, met plaatjes etc. Niets werd aan de verbeelding overgelaten. We hadden een dik ingebonden boek met katholieke illustraties uit de 30er jaren, waar het nog veel erger in was dan in de tijdschriften van de 60er jaren. En ik moest van mezelf alles lezen. Maar omdat ik net zo gevoelig was als ik nog altijd ben, sliep ik er vaak niet van. Ook het idee dat God overal was en alles zag, zelfs je zondige gedachten, o dat vond ik zo akelig. Dus bleef ik diep nadenken over al deze mensen die zo’n moeilijke weg gegaan waren om uiteindelijk bij God te kunnen komen. Het was eigenlijk een duidelijke boodschap, om bij God te komen is heel, heel moeilijk. En wat ik wel niet zou moeten doen om ook terug naar huis te kunnen. Hij zorgt ervoor dat er bijna niemand de weg terug kan gaan, want je mag niet genieten, niet zorgeloos zijn, niet spelen. Dat zijn allemaal zonden. Ik had er een hard hoofd in, ik zou dat nooit kunnen opbrengen, en in mijn fantasieën, dacht ik alles uit, of ik de moed zou hebben, me te laten onthoofden als het zover zou komen, of op de brandstapel te stappen. Ik vergat in die tussentijd om te genieten en gelukkig te zijn.
Deze opvoeding liet uiteraard diepe sporen na. Want deze doctrines waren overal, thuis, op school, in de kerk, bij sommige familieleden. Gelukkig waren er wel familieleden die wat liefdevoller waren, zoals mijn oma. Die mijn kinderwens (ik dacht daarmee misschien de goede weg naar de hemel te kiezen) om missiezuster te worden weglachte en me zei dat het echt niet zo’n goede keuze was als het eruit zag. Zij bood het lichtere luchtige tegenwicht aan de zwaarte van mijn ouderlijk huis en dorp.
Gelukkig begon op een bepaald moment de flowerpower tijd waarmee heel veel van de oude doctrines op losse schroeven kwamen te staan. Er kwam veel meer vrijheid van denken. Ik ging zelfs meerdere malen een relatie aan met een niet katholiek. Maar de oude vastgezette patronen, van zorg en angst (want dat was het natuurlijk) lieten zich niet zomaar verjagen en die kozen gewoon een ander object. De diepe angst om nooit goed genoeg te zijn om de hemel binnen te kunnen gaan, vermomde zich nu als een diepe angst om niet genoeg ‘kennis’ te hebben of intelligentie om de opleidingen te kunnen doen die ik wilde, of om de baan te kunnen krijgen die ik graag wilde.
Wat ik dus deed is studeren, studeren, en studeren. Lezen, lezen, lezen. De ene opleiding en cursus na de andere, en als ik met de ene klaar was, begon ik aan de andere, en toch gaf het me echt niet het gevoel dat ik nu goed genoeg was, welnee, het gevoel van ontoereikendheid bleef. Het vermomde zich gewoon. Ik bleef het kind wat haar best bleef doen om in de hemel te mogen komen, ook al geloofde ik al lang niet meer in de verhalen van de kerk.
Mensen met wie ik heb samengewerkt zullen het zich herinneren. Als ik ergens een cursus of workshop van 1 dag gaf, had ik lesmateriaal voor een week bij me, en dat zat uiteraard ook kant en klaar in mijn hoofd. De dag voor zo’n opdracht las ik nog van alles door en twijfelde ik nog steeds of ik wel voldoende kennis had om die les te geven. Mijn diepste angst was ‘door de mand te vallen’ als iemand die pretendeerde heel veel kennis te hebben maar het helemaal niet had. Zo’n angst is waarschijnlijk al ouder dan dit leven. Hij is zo diep en basaal.
Goed in mijn werkzame leven, waarin ik ook nog steeds probeerde ‘het goede’ te doen, al was dat minder krampachtig dan vroeger, kwamen er o wat een zegen, allerlei dingen op mijn pad die me gedeeltelijk bevrijdden van de oude angsten. Ik leerde mijn lichaam (dat ooit zo zondige lichaam) te waarderen en er blij mee te zijn. Ik leerde mijzelf te waarderen, ik leerde te genieten van mooi dingen zoals muziek en kunst, en ik leerde dat er veel manieren zijn waarop je naar het leven kunt kijken. Dat er vele manieren zijn om ‘het goede’ leven te leiden. En ik werd zorgelozer. Maar er zaten altijd nog wel diepe gevoelens van ontoereikendheid.
En zo ontmoette ik de mediatie. Vipassana meditatie. Een zegen op mijn pad, en dat zeg ik opnieuw met volle overtuiging en van harte. Want door wat er gebeurde de afgelopen weken ging ik zelfs daaraan twijfelen.
Maar deze manier van mediteren heeft me zo geholpen om dichter bij mezelf te komen, en dichter bij jezelf is absoluut dichter bij God, of de Creator zoals ik liever zeg. Omdat het woord god zoveel is en wordt misbruikt.
In deze meditaties die ik meestal thuis deed en doe, maar in het begin ook in een groep onder begeleiding, leerde ik mijzelf echt kennen, mijn denken en doen, mijn denkpatronen, en ik leerde om afstand te creëren tussen dat wat ik niet ben: mijn denkgeest en persoon, en dat wat ik wel ben: de observator die rechtstreeks is verbonden met mijn hoger zelf en dus mijn ziel.
Dit leerde ik allemaal, wetend dat de echte kennis en waarheid alleen in mezelf te vinden zou zijn. Echter behalve het leren kennen van mezelf en het langzaam afpellen van allerlei aangeleerde ingewikkeldheden kwam ik niet ‘binnen’ in mijn hart. Dat duurde jaren, jaren waarin ik elke dag mediteerde, en heel veel moeilijkheden tegenkwam en oploste in de buitenwereld. En waar ik door het mediteren steeds ‘wijzer” mee om leerde te gaan.
Plots op een dag inmiddels totaal niet meer verwacht kon ik mijn hart binnen, en maakte daar kennis met mijn engelen. En elke dag gebeurden er nieuwe ongewone dingen in mijn hart, de wereld daar die echter en mooier en eerlijker is dan deze materiele wereld groeide en groeide. Allemaal dingen die ik nooit heb gevraagd of verwacht. Alles gebeurde daar, en ik leerde er mijn eerste gids kennen, die me enorm veel lessen leerde. Met alles wat ik in de buitenwereld tegenkom kan ik terecht bij hem. En later komen er meer gidsen, tot eind 2020 Jezus zich kenbaar maakt. Hij is mijn laatste gids. Er vinden in de buitenwereld voortdurend dingen plaats die synchroon lopen met mijn ervaringen in mijn hart. Het is mooi en vooral liefdevol.
Maar er is nog steeds in mij een stukje van de ‘ben ik wel goed genoeg’ angst. Dus ik blijf vaak twijfelen over mijn ervaringen: kan dat wel, klopt dit wel, ben ik wel goed genoeg om zulke mooie dingen te mogen meemaken?
Dan komt de vraag van Inge of ik in de Opstap wil komen, ik voel me verrast vereerd en vraag me af of ik wel goed genoeg ben, genoeg weet om daar te mogen optreden. Maar in mijn hart zijn mijn engelen en lichtteam enthousiast. Dus het gebeurt en wel drie keer, en dan zegt Inge: waarom begin je zelf geen talks? Daar denk ik over, nog altijd twijfelend, maar dan met support van mijn lichtteam en vooral Jezus durf ik het aan, aarzelend, dat wel. Inmiddels voel ik me minder onzeker en durf het beter. Ik spreek daar zoals ik ben, met alles erop en eraan. Dank je wel Inge.
Maar intussen is er een persoon die zich onder een schuilnaam, niet kenbaar maakt maar wel vriendschap vraagt op FB, en mijn berichten volgt. Deze persoon geeft me enkele keren feedback op mijn opstap verhalen en talks, en de eerste feedback is positief. Ik lees het en neem het in me op. De persoon deelt verder niets persoonlijks, ook is er geen enkele foto te zien, noch een naam. Langzamerhand begint deze persoon zelf meer berichten te delen. Felle indringende berichten, met de houding van een alwetend iemand. De persoon heeft over zijn kennis geen enkele twijfel, nooit. Deze persoon is volledig overtuigd van de waarheid van zijn berichten. De berichten brengen me daardoor in verwarring, want ze ondergraven bijna alles wat ik sinds ik in mijn hart kan, heb mogen ondervinden en ontdekken. Ik lees ze elke dag en ze worden steeds verontrustender, ik ga elke dag met twijfel over mijn weg en mijzelf naar bed, en word ermee wakker. Wat me al snel opvalt is het totaal ontbreken van enige liefde of warmte. De berichten zijn koel en analyserend, en soms erg veroordelend. Er worden steken en klappen uitgedeeld onder het mom van ‘ik ben de enige die hier de waarheid kent’. Meer mensen die een beetje zoals ik zijn, gaan het volgen en lezen en reageren soms, vaak net zo aarzelend als ik.
Ik lees alles en reageer alleen op dat wat echt resoneert en goed voelt. Maar de andere teksten graven zich onder mijn huid, op een onplezierige manier. Het doet me ergens aan denken, maar ik ben nog altijd niet alert genoeg om het te zien.
Ik ben er inmiddels bijna voortdurend mee bezig, en mijn lief merkt het, en vraagt me ermee te stoppen. Ik vertel hem erover en zeg hoe het voelt. Het ding is dat een deel van deze berichten zaken bevat waarvan ik weet dat ze juist en waar zijn. Ik weet bijvoorbeeld dat new-age gecreëerd is door het duister. Ik weet dat we ‘voeding’ zijn in massa meditaties en als we in angst zitten.
Maar het gaat op en neer, de persoon weet me steeds opnieuw uit mijn kracht te trekken, hij stuurt persoonlijke berichten over wat ik deel en post. En ik neem de moeite om een ingesproken bericht te sturen waarin ik zeg dat ik trouw blijf aan mijn hart en dat ik mijn weg blijf volgen. Openhartig en standvastig noemt hij dat.
De persoon schrijft ‘aardig’ aan mij. Minder gevoelloos als in zijn berichten. Heel veel van de dingen die hij schrijft kloppen in mijn gevoel en resoneren.
Omdat ik deze dingen weet en onderschrijf, werkt het hypnotiserend. Ik heb zelf een hypnose opleiding dus ik weet hoe het werkt. Je gebruikt een aantal dingen die de ander kent en gelooft en verbindt dat met een aantal onbekende zaken. Doordat de persoon het ene gelooft en weet, gaat hij ook het andere voor waar aannemen.
Maar wat blijft wringen is het (ver) -oordelen en het gebrek aan warmte. En wat me heel erg raakt is dat de persoon in de berichten, hij noemt nooit namen, dat zegt hij ook, maar de verwijzingen naar personen die bijna iedereen kent zijn overduidelijk, en hij haalt deze mensen naar beneden. Dat raakt me en dan lees ik de berichten waar zo her en der dingen die mensen doen, worden veroordeeld en weggezet als het duister dienend. Ik lees dan de stukjes en zie hoe er dingen in staan die misschien over mij gaan en ik voel me nog meer onzeker worden. Doe ik het fout? Ben ik niet goed bezig, ben ik in de val gelopen? Volg ik het verkeerde licht? Het stopt niet, en ik werd er dusdanig onzeker van dat ik mijn boek laat liggen, dat ik niet meer in mijn kracht sta.
Mijn kracht die ik niet cadeau heb gekregen. Die ik zomaar laat wegebben, door de schrijfsels van een persoon, die ik nog nooit heb ontmoet. Ik praat erover met mijn lief, dat het toch niet ethisch is om op die manier mensen af te kraken. En het hield me bezig tot gisteren, tot vannacht.
Mijn gids die me wakker maakt en zegt: waar ben jij nu mee bezig? Wat laat jij met jezelf gebeuren? En plots valt het inzicht me binnen, in stukjes en brokjes begrijp ik alles. Mijn zwakke punt: ben ik wel goed genoeg, volg ik wel het juiste pad, heb ik kennis genoeg? Heb ik wel de echte liefde, of dien ik wel het echte licht? En dan iemand die zich voordoet als degene met alle kennis, de waarheid, de wijsheid, het juiste pad, het juiste licht.
Het enige wat eraan ontbreekt, is de liefde, die is niet voelbaar in deze persoon zijn berichten. Ik zeg niet dat hij die niet heeft, maar hij toont hem niet. Plots voel ik waar ik dat gevoel uit herken, vroeger de kerken, de scholen, de pastoors, de nonnen, de dominees, allen verkondigden ‘hun’ waarheid als de enige juiste, hun pad als het enige pad naar god. En al die paden waren moeilijk pijnlijk, lastig, bijna onmogelijk, want we zijn zondaars, we zijn slecht etc etc. We zijn het niet waard dat we Gods huis binnen mogen.
Ik voel de overeenkomst, en opeens weet ik het zeker, dit is niet mijn weg, deze persoon is niet de juiste gids voor mij. Mijn gidsen zijn liefdevol, en ik weet dat alle mensen die ooit een ervaring hadden met de Creator, God, of Jezus maar één ding bleven zeggen, schrijven, delen, dat de Creator pure liefde is, dat er geen straffen of hellen zijn. Dat je altijd bemind wordt, en dat het enige wat er is, de universele wetten zijn, en een ervan is dat je dingen die je ooit uit balans bracht weer in balans moet brengen. Klinkt eerlijk en juist voor mij. Die straffende jou het moeilijk makende god is de god van de Matrix, dat is Jahweh, de demiurg, die het ons zo moeilijk mogelijk zal maken om de weg terug te vinden.
En wat de oude meesters of gnostici ook gezegd of geschreven hebben, veel ervan zal kloppen, evenveel ook niet. Niemand van hen was al aan de andere kent geweest….ook zij waren behept met de doctrines van hun tijd. En vanuit die doctrine kun je je niet voorstellen dat de weg naar God liefde is en niet moeilijk. Die doctrine is de matrix, de gevangenis.
Maar een persoon die zegt: deze tijd heeft geen goeroes meer nodig geen gidsen en die zelf wel zijn weg en waarheid deelt en mensen niet openlijk niet recht in hun gezicht maar verdoken in een bericht afbreekt, met de houding van ik ben de enige die weet ik ben de enige weg.
Nee die mag doen wat hij wil, maar diens ‘kennis’ heb ik niet nodig. Ik volg de weg van mijn hart, en luister naar mijn innerlijke gidsen.
Ik dank deze persoon heel hartelijk voor deze wonderbaarlijke les. Ik ben er ook van overtuigd dat hij niet de bedoeling heeft om mensen uit hun kracht te halen of af te breken, ik denk dat hij het vanuit een oprechte intentie doet. En dat hij overtuigd is van zijn juiste weg. Ik neem hem ook niets kwalijk. Ik had deze les nodig om terug te beseffen dat ik altijd naar mijn lichaam mijn tempel moet luisteren, en die voelde zich vanaf dag een ongemakkelijk.
Het was een geniale les. Ik ben terug bij mezelf.
Mijn lief zei vanmorgen, gelukkig ik heb mijn Tanni weer terug, en ook, je ziet er anders uit, energieker, stralender.. Zo voel ik me ook.